De financiële toestand van de gemeente vergt de heffing van belastingen om het financiële evenwicht te verzekeren.
Het gemeentebestuur betaalt aan de federale overheid een vergoeding voor de aanmaak en levering van de uit te reiken identiteitsdocumenten, rijbewijzen en reispassen. Het bestuur maakt ook zelf kosten naar aanleiding van de behandeling van de aanvragen en de uitreiking van deze documenten en naar aanleiding van andere documenten zoals trouwboekjes en stedenbouwkundige inlichtingen.
Het is aangewezen om van de aanvrager van de dienstverlening een billijke bijdrage te vragen in de kostprijs van deze administratieve documenten.
De tarieven die de FOD Binnenlandse Zaken aanrekent worden vanaf 1 januari 2020, op 1 januari van elk jaar, automatisch herzien op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex. De tarieven die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2024 werden bekendgemaakt en worden overgenomen in dit belastingreglement en voor sommige documenten verhoogd met € 5.
De verblijfsdocumenten voor vreemdelingen van twaalf jaar en ouder werden al enkele keren gemoderniseerd, onder andere om de namaak en de vervalsing ervan te bestrijden. In haar omzendbrief van 6 november 2023 liet de Dienst Vreemdelingenzaken weten dat ook de verblijfstitels en -documenten die afgegeven worden aan vreemdelingen onder de twaalf jaar moeten gemoderniseerd worden. Net als de Belgen onder twaalf jaar zullen vreemdelingen onder de twaalf jaar, die legaal in het land verblijven, binnenkort een elektronische kaart kunnen krijgen.
De Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken communiceerde in haar omzendbrief van 7 december 2023 dat het aanvragen van deze kaarten mogelijk zal zijn vanaf 15 januari 2024. Daarbij gaf ze ook de tarieven van deze elektronische kaarten door. Net als voor de Belgen onder twaalf jaar wordt geen extra gemeentebelasting gerekend bovenop de vergoeding die het gemeentebestuur zelf betaalt aan de federale overheid voor de aanmaak en levering van de uit te reiken verblijfsdocumenten.
Artikel 170, § 4, Grondwet.
Artikel 40, § 3, decreet lokaal bestuur.
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 over het rijbewijs, met talrijke wijzigingen.
Ministerieel besluit van 28 oktober 2019 tot wijziging van het Ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, waarvan de bijlage is gewijzigd bij ministerieel besluit van 27 maart 2013 (BS 21 maart en 29 maart 2013).
Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit.
De gemeenteraad stelt het belastingreglement als volgt vast:
Artikel 1
Er wordt voor een termijn startend op 1 januari 2024 en eindigend op 31 december 2025, een gemeentebelasting gevestigd op de afgifte door het gemeentebestuur van administratieve documenten. Dit belastingreglement vervangt de vorige versie zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 augustus 2023.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de persoon aan wie het document door het gemeentebestuur op aanvraag of ambtshalve wordt uitgereikt.
Artikel 3
De belasting wordt vastgesteld als volgt (incl. vergoeding verschuldigd aan Belgische Staat):
1. voor de afgifte van identiteitsbewijzen:
a. elektronische identiteitskaart en vreemdelingenkaart:
- gewone procedure: € 24,10
- spoedprocedure: € 121,40
- spoedprocedure met gecentraliseerde levering in Brussel: € 158,30
b. biometrische kaarten en verblijfstitels voor vreemde onderdanen:
- gewone procedure: € 24,60
- spoedprocedure: € 121,40
c. elektronisch identiteitsbewijs voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (Kids-ID):
- gewone procedure: € 7,70
- spoedprocedure: € 105
- spoedprocedure met gecentraliseerde levering in Brussel: € 141,90
d. elektronische verblijfsdocumenten voor vreemde onderdanen onder de 12 jaar:
- gewone procedure: € 7,70
- spoedprocedure: € 105
e. biometrische kaarten en verblijfstitels voor vreemde onderdanen onder de 12 jaar:
- gewone procedure: € 10,70
- spoedprocedure: € 116,40
2. voor de afgifte van rijbewijzen (inclusief vergoeding verschuldigd aan Belgische Staat):
De belasting blijft dezelfde ongeacht of het om een gewoon of voorlopig rijbewijs gaat of om een duplicaat.
3. voor de afgifte van paspoorten (reispassen) (inclusief vergoeding verschuldigd aan Belgische Staat):
a. Onder 18 jaar:
- Gewone procedure: € 35
- Dringende procedure: € 210
- Superdringende procedure: € 270
b. Vanaf 18 jaar:
- Gewone procedure: € 73
- Dringende procedure: € 248
- Superdringende procedure: € 308
4. voor de afgifte van een trouwboekje: € 18
5. procedure voornaamswijziging: gratis
6. voor het nemen van kopieën op de gemeentelijke diensten of voor het afleveren van kopieën van administratieve stukken door de gemeentelijke diensten:
De prijs per kopie wordt verdubbeld indien dubbelzijdig gekopieerd wordt.
7. voor de afgifte van kopieën van akten gebruikt voor stamboomopzoekingen: per blad zwart-wit enkelzijdig: € 0,50.
De prijs per kopie wordt verdubbeld indien dubbelzijdig gekopieerd wordt.
Artikel 4
Zijn van de belasting vrijgesteld: de documenten die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een andere overheidsbeslissing kosteloos door het gemeentebestuur moeten worden afgegeven.
Artikel 5
De belasting en de eventuele verzendingskosten moeten bij de afgifte van het document contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 6
De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.
Het bezwaarschrift kan via een duurzame drager worden ingediend indien het college van burgemeester en schepenen in deze mogelijkheid voorziet.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning van de belasting of, wanneer de belasting een kohierbelasting wordt, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.