Creat Services dv nodigt de vertegenwoordiger van het OCMW van Alveringem uit op de algemene vergadering op dinsdag 17 juni 2025 om 14.30 u. in Flanders Expo, Maaltekouter 1, 9051 Gent.
De vergadering zal fysiek plaatsvinden met digitale inbelmogelijkheid via Zoom.
De effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordigers van de deelnemers worden in mei 2025 persoonlijk uitgenodigd per e-mail.
Agenda:
De wet van 29 juli 1991 over de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.
De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 februari 2025 over de aanstelling van Dries Decorte als vertegenwoordiger en Sylvie Thieren als plaatsvervangend vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen van Creat Services dv.
De statuten van Creat Services dv.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis en keurt de agenda goed voor de algemene vergadering van Creat Services dv op dinsdag 17 juni 2025 om 14.30 u. in Flanders Expo, Maaltekouter 1, 9051 Gent.
De vertegenwoordiger, Dries Decorte, en de plaatsvervanger, Sylvie Thieren, van het OCMW van Alveringem zijn gemandateerd om de agendapunten goed te keuren. Ze worden opgedragen om hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in dit raadsbesluit.
Het vast bureau is belast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing.
Afschrift van dit besluit bezorgen aan Creat Services dv via e-mail: 20250617AV@creat.be.
Artikel 266 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen zijn aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.
De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht en verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt.
De raad voor maatschappelijk welzijn kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting (decreet lokaal bestuur artikel 266 via artikel 273).
Het is aangewezen om deze bepalingen opnieuw voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn aangezien er een nieuw bestuur is.
Er zijn een aantal wijzigingen opgenomen:
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikels 77, 78, 176, 177 en 266 en 273.
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, in het bijzonder artikel 99 over de categorieën van verrichtingen die niet kunnen uitgesloten worden van de visumverplichting.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 februari 2019, gewijzigd op 26 december 2019 en 22 december 2021, inzake vaststelling begrip 'dagelijks bestuur' en verrichtingen die uitgesloten zijn van visumverplichting.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt volgende bepalingen vast met betrekking tot het voorafgaand visum van de voorgenomen financiële verbintenissen:
Volgende verrichtingen worden uitgesloten van de visumverplichting:
Volgende verrichtingen zijn onderworpen aan de visumverplichting:
De financieel directeur kan bij elke verbintenis, zelfs als deze niet aan het visum onderworpen is, naast het eventueel verplichte visum een financieel advies afleveren. In voorkomend geval wordt er een onderscheid gemaakt tussen:
Dit besluit treedt in werking vanaf 01.05.2025 en vervangt vanaf deze datum alle voorgaande besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn over visum.
Het is aangewezen om de bepalingen inzake delegatie van raad voor maatschappelijk welzijn (RVMW) aan vast bureau opnieuw voor te leggen aan de RVMW aangezien er een nieuw bestuur is.
De volgende delegaties van de RVMW aan het vast bureau worden voorgesteld:
Delegatie met betrekking tot het begrip dagelijks bestuur binnen de wetgeving overheidsopdrachten
Voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten is volgens het decreet lokaal bestuur (DLB) steeds het vast bureau bevoegd (artikel 84, §3,4°).
Voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten is volgens het DLB de RVMW bevoegd (artikel 78, tweede lid, 10°), tenzij:
Het is aan de RVMW om vast te stellen welke opdrachten voor werken, leveringen en diensten kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Voorstel om de bepalingen inzake dagelijks bestuur, laatst goedgekeurd door de RVMW op 22 december 2021, over te nemen en volgende toe te voegen:
Delegatie met betrekking tot overeenkomsten
Het DLB (artikel 78, tweede lid, 6°) bepaalt dat het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196 (samenwerking op gebied van personeel) niet gedelegeerd kunnen worden. Alle andere beheers- en samenwerkingsovereenkomsten kunnen worden gedelegeerd aan het vast bureau.
Voorstel om deze bevoegdheid te delegeren aan het vast bureau.
Dit laat toe om korter op de bal te spelen en zal de continuïteit van de dienstverlening ten goede komen.
Delegatie met betrekking tot personeelsbeheer
Volgens DLB artikel 78, tweede lid, 3° kan de raad de bevoegdheid met betrekking tot het vaststellen van reglementen over personeelsaangelegenheden delegeren naar het vast bureau.
Voorstel om, naar analogie met de gemeente, de bevoegdheid voor de lokale rechtspositieregeling, het organogram en ook de vaststelling van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' te delegeren naar het vast bureau.
Delegatie met betrekking tot financiële aangelegenheden
De bevoegdheid voor het aangaan van leningen en beleggingen wordt niet geregeld in het decreet lokaal bestuur. Voor onderwerpen waarvoor de bevoegdheid decretaal niet is vastgelegd, geldt dat de RVMW bevoegd is.
Voorstel om te delegeren van RVMW naar vast bureau:
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikels 77, 78, en 84.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 over de plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 februari 2019, gewijzigd op 26 december 2019 en 22 december 2021, inzake vaststelling begrip 'dagelijks bestuur' en verrichtingen die uitgesloten zijn van visumverplichting.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement voor de delegatie van bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau goed als volgt:
Delegatie met betrekking tot het begrip dagelijks bestuur binnen de wetgeving overheidsopdrachten
Onder dagelijks bestuur wordt verstaan:
Het vast bureau wordt gemachtigd om het dagelijks bestuur binnen de grenzen van dit besluit te delegeren.
De bevoegdheden om wijzigingen goed te keuren tijdens de uitvoering van de opdracht worden als volgt geregeld:
Delegatie met betrekking tot overeenkomsten
De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert aan het vast bureau de bevoegdheid inzake het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die uitdrukkelijk zijn toegewezen aan de raad voor maatschappelijk welzijn of deze bedoeld in artikel 78, tweede lid, 6° van het decreet lokaal bestuur.
Delegatie met betrekking tot personeelsbeheer
De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert aan het vast bureau de bevoegdheid inzake het vaststellen van:
Delegatie met betrekking tot financiële aangelegenheden
De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert aan het vast bureau de bevoegdheid inzake:
Dit besluit treedt in werking vanaf 01.05.2025 en vervangt vanaf deze datum alle voorgaande besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn over dagelijks bestuur en delegatie van bevoegdheden.
Mededelingen:
Mededelingen door het vast bureau.
Mondelinge vragen:
Mondelinge vragen van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 31 en 74 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter van het vast bureau en aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
Artikel 11 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de mededelingen, de vragen en antwoorden.
Namens raad voor maatschappelijk welzijn,
Wouter Accou
algemeen directeur
Andries Callebert
voorzitter OCMW-raad