De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozenen.
De geloofsbrieven omvatten de bewijsstukken die alle verkozenen die opgeroepen zijn om de eed af te leggen, moeten voorleggen en waaruit blijkt dat ze op een wettige wijze zijn verkozen en er tegen hun verkiezing geen bezwaren zijn.
De gemeenteraad gaat na of de verkozenen nog voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zij zich niet bevinden in een situatie van onverenigbaarheid.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat elke rechtstreeks verkozene die uitgenodigd is en aanwezig is op de installatievergadering aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet bevindt in een situatie van onverenigbaarheid, zoals bedoeld in het decreet over het lokaal bestuur, artikel 10.
Het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, art. 8, art. 11, art. 58, art. 169.
Decreet over het lokaal bestuur, art. 6, art. 8, art. 9, art. 10, art. 11, art. 14.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.
De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven goed van volgende verkozenen: